door Jan D. Swart
Handhaving van het huidige gebouw van het Cineramatheater aan de Westblaak blijft uitgangspunt bij de toekomstige ontwikkeling.
Dit is een passage uit het bestemmingsplan.
Wethouder Kurvers deed er in de raadsvergadering nog een schepje bovenop en zei dat het Cineramatheater ‘’de hoogste bescherming geniet’’. En er waren zelfs jonge raadsleden, die als kind elders in het land met klei speelden, die verwezen naar de status van ‘’monument’’, waarmee ze maar wilden zeggen: er moet nu toch heel wat gebeuren voordat het kan worden gesloopt.
Toch zit er een addertje onder het gras als het gaat om de toekomst van de beroemdste Rotterdamse bioscoop. Men hoorde raadslid Verheij (VVD) namelijk ook zeggen: ‘’het zijn nog altijd de eigenaren van Cinerama die beslissen of het een bioscoop blijft. Daar gaan wij niet over.’’
Niemand vroeg of hij (gepokt en gezameld in de Rotterdamse bouwwereld) méér wist of dat hij wellicht over voorspellende gaven beschikt. Het kwam in elk geval tijdens de laatste gemeenteraadsvergadering niet onomstotelijk vast te staan dat binnen de nieuwe bouwontwikkelingen en investeringsdriften de zalen van Cinerama als bioscoopzalen behouden zullen blijven. Het gaat over de bescherming van ‘’het gebouw’’. En dat gebouw heeft nu eenmaal een Cinerama-naam.
Binnen de raad is er weldegelijk wantrouwen. Daarom wilde Ruud van der Velden (van de Partij voor de Dieren) de passage in het bestemmingsplan voor de zekerheid ook gewijzigd hebben in: Het huidige Cineramatheater is een gemeentelijk monument. Bij toekomstige ontwikkeling blijft het gebouw van het Cineramatheater gehandhaafd.
Het feit dat de voltallige coalitie in de raad (de beroemde 23 stemmen: meerderheid + 1) tegen die aanpassing stemde en de voltallige oppositie (22 stemmen) het nakijken had, wil niet zeggen dat raadslid Verheij méér weet over een akkoord tussen de gemeente en de eigenaren van Cinerama, maar men moet het in het spel der spelen ook niet uitsluiten.